Is Alpha toch iets te luchtig voor je, geef Omega dan alsnog een kans. Hier worden de klassieke liedstructuren uit het raam gegooid en is het tijd om eens flink de progressievert uit te hangen. Nadat we, enigszins overbodig, even herinnerd worden aan hoe het vorige album ook alweer begon in het niet bijzonder vindingrijk getitelde Reprise wordt ons een mix van djent, progmetal en mathcore-achtige riffs voorgeschoteld waarmee alle eerder genoemde gebreken direct van tafel geveegd worden. Dit is niet zomaar meer een bandje dat wat leentjebuur speelt bij Meshuggah en er een commerciële draai aan geeft. Dit is een band die zelf wat te melden heeft en die best wat geweld uit kast wil trekken om te zorgen dat daar gehoor aan gegeven wordt. Een nummer als Hell Below met zijn riffs die als sloopkogels uit de speakers blazen zorgt dat zelfs de grootste Gojira-fan nog het kwijl van zijn kin moet vegen. Andere nummers op het album vertonen een aan Between the Buried and Me grenzende complexiteit, en net als op de EP vorig jaar wordt er niet moeilijk gedaan om daar af en toe een blastbeat of twee tegenaan te gooien.
Alles valt uiteindelijk samen in de voorlaatste track die wederom dezelfde naam als het album draagt. Omega begint onschuldig met een jazzy piano- en synth-intro, maar de rest van dit nummer is één brok ruwe emotie. Atmosferische stukken wisselen snoeiharde riffs af, terwijl zanger Spencer Sotelo eens even laat horen dat hij ook een zeer fijne grunt in zijn repertoire heeft. Het refrein uit Alpha wordt er vervolgens ook nog even bijgehaald om het cirkeltje rond te maken. Bij de eerste keer luisteren van dit nummer moest ik mijzelf bijna fysiek bedwingen om niet meteen op de repeat-knop te drukken maar eerst netjes de rest van het album af te luisteren. Dit is over het algemeen een goed teken.
Het is vooral ook een teken dat we hier te maken hebben met een groep artiesten die weten hoe ze een goed nummer in elkaar sleutelen. Eén van de grootste ergernissen die ik heb bij progressieve metal is de neiging om teveel van de hak op de tak te springen en hierdoor de spanningsboog van het nummer uit het oog te verliezen. Op een paar kleine missertjes na voelen alle nummers, en in grotere zin de complete albums, als een geheel waar alle onderdelen met zorg op elkaar afgestemd zijn. Alles vloeit moeiteloos in elkaar over waardoor de luisteraar door de albums heen gedragen wordt in plaats van dat hij zich er doorheen moet slepen zoals zo vaak het geval is.
Alle mitsen en maren die ik eerder noemde gelden natuurlijk nog steeds. Dit is muziek waar je bepaalde dingen voor lief moet nemen, maar die zo ruimschoots gecompenseerd worden door uitzonderlijke muzikaliteit en creativiteit. Of het nu de meezingbare refreintjes van Alpha zijn waardoor ik de laatste tijd elke ochtend met een grijns in de trein zit ’s ochtends of de loeizware riffs van Omega waar ik onmogelijk mijn hoofd bij stil kan houden, Juggernaut heeft mij voor eens en altijd overtuigd dat Periphery zijn plekje tussen de elite van de progmetal ruimschoots heeft verdiend. De eerste kanshebber voor de jaarlijst is genoteerd.
Tracklisting Omega:
- Reprise
- The Bad Thing
- Priestess
- Graveless
- Hell Below
- Omega
- Stranger Things
Line-up:
- Misha Mansoor – Gitaar
- Adam Getgood – Basgitaar
- Jake Bowen – Gitaar, zang
- Matt Halpern – Drums
- Spencer Sotelo – Zang
- Mark Holcomb – Gitaar
Links:
Score: 89/100