And So I Watch You From Afar – Megafauna

And So I Watch You From Afar maakte vijftien jaar geleden zijn entree in de post-rockwereld en deed dat gelijk met een bang. Het titelloze debuut stond vol met springerige, aanstekelijke post-rock, waarvan de titels ook erg vet waren (Set Guitars To Kill). Bovendien ontpopt het Noord-Ierse gezelschap zich ook nog eens als een heel goede liveband, waarbij de shows je aandacht deden vasthouden.

In de loop van de jaren ben ik deze band enigszins uit het oog verloren. Deels heeft dat te maken met het overvolle post-rocklandschap, anderzijds met het muzikaal gebodene. Het kon allemaal niet zo tippen aan het debuut, alhoewel ik All Hail Bright Futures nog wel een goede plaat vond. De band is nooit gestopt met platen maken en brengt nu met Megafauna zijn zevende plaat uit.

Hoewel de plaat instrumentaal is, handelt deze over de personen met wie de bandleden zijn opgegroeid, die van invloed zijn geweest op hun leven en die hun als personen gemaakt hebben. Daarbij zijn er ook nog wat nummers die handelen over de plekken waar dat alles plaatsvond, waaronder natuurlijk de hoofdstad Belfast. Dan verwacht je wellicht een rauwe plaat, passend bij die stad, maar dat is niet het geval. De band klinkt eigenlijk best wel opbeurend en positief in zijn nummers.

Het bandgeluid is nog altijd intact gebleven en de vier mannen hanteren hetzelfde stramien: veel springerige riffs, veel progressieve loopjes en er wordt niet echt toegewerkt naar een climax, zoals dat veelvuldig gebeurt bij collega-post-bands. Dat is ook niet erg, maar dan moeten de nummers wel goed in elkaar zitten en goede hooks, riffs of wendingen hebben om je als luisteraar bij de les te houden. En dat gebeurt in mijn ogen net wat te weinig op deze plaat. Het is vaak wel fascinerend om te luisteren naar de vele aan elkaar geknoopte loopjes, zoals in Mother Belfast, Pt 2 of in Years Ago, maar het beklijft ook niet echt. Waar vroeger nog wel eens gekozen werd om ineens een heel vette riff na een break te laten horen, blijft dat nu achterwege.

Het kabbelt vooral wat voort; er wordt te weinig gespeeld met dynamiek, niet zozeer qua gitaarwerk, maar meer met tempo en uitbarstingen. De keer dat dat wel gebeurt, zoals in Any Joy, zit ik wel weer gelijk op het puntje van mijn stoel, omdat hier ook een welkome scheut melancholie om de hoek komt kijken. Het is een kort maar mooi nummer met een prachtig sfeervol einde. Alleen dan zijn we wel al bijna bij het einde van de plaat en is het een zeldzaam moment van opleving geweest.

Waar ik overigens ook niet zo kapot van ben, is de productie. Die klinkt in mijn oren wat te spartaans voor een post-rockproductie. De gitaren klinken vaak te fragiel, de basdrum wat te hard. Daardoor wringt het wat, zeker bij het moment dat er geschakeld wordt naar snellere stukken of een beoogd climax. Opener North Coast Megafauna is wat dat betreft wel een mooi voorbeeld; de uitbarsting klinkt niet vol genoeg, de aanloop klinkt veel te wankel.

Goed beschouwd is dit niet de post-rockklapper van het jaar. Daarvoor gebeurt er veel te weinig interessants en houdt de plaat de aandacht onvoldoende vast. Het is vooral een fijn album voor op de achtergrond, als je aan het werk bent. Maar ik betwijfel of dat de intentie van deze mannen was.

Score:

60/100

Label:

Pelagic Records, 2024

Tracklisting:

  1. North Coast Megafauna
  2. Do Mór
  3. Gallery Of Honour
  4. Mother Belfast (Part 1)
  5. Mother Belfast (Part 2)
  6. Years Ago
  7. Any Joy
  8. Button Days
  9. Me And Dunbar

Line-up:

  • Rory Friers – Gitaar
  • Niall Kennedy – Gitaar
  • Chris Wee – Drums
  • Ewn Friers – Basgitaar

Links: