Deicide – Till Death Do Us Part
Earache, 2008
Niet lang nadat Deicide zichzelf met The Stench of Redemption twee
jaar geleden weer in de eredivisie van de death-metal katapulteerde, kregen we
al te horen dat drummer Steve Asheim al een fiks aantal nieuwe demo’s had
opgenomen voor de volgende plaat. Het waren destijds woelige tijden voor de
band. Zanger Glen Benton kon niet mee op tournee omwille van juridische
perikelen omtrent het hoederecht van zijn kinderen en vlak na diezelfde tournee
verliet gitarist Ralph Santolla de band om Obituary te gaan vervoegen.
Jack Owen, die andere snarenplukker, had ineens veel vrije tijd en trad dan
maar toe tot een nieuwe band: Adrift. Het nieuws over de nieuwe demo’s kwam
dan ook een beetje als een opluchting voor de fans. Voor de band zelf waren de
problemen echter geenszins van de baan. Zo komt het dat Asheim het wachten beu
was en de hele plaat bijna in zijn eentje opnam. Hij schreef alle songs, drumde,
speelde ritmegitaar en nam zelfs enkele solo’s voor zijn rekening. Spreken we
dan over een soloplaat of een echt Deicide-album? Nou, bij beluistering
hoor ik vooral dat laatste, al zijn er ook verschillen.
Elke gitarist heeft nu eenmaal zijn eigen stijl. Het duo Owen/Santolla klonk
behoorlijk anders dan de gebroeders Hoffman en zo klinken ook de gitaarpartijen
van Asheim gewoon net wat anders dan op The Stench of Redemption. Maar
omdat de vriendelijke man in het verleden ook al het leeuwendeel van de muziek
schreef, herken je de stijl toch meteen onmiskenbaar als Deicide.
Over hoe Till Death Do Us Part klinkt in verhouding met zijn voorganger
zullen de meningen wat meer verdeeld zijn, denk ik. Sommigen vinden hem bruter,
anderen storen zich aan de rustige passages die af en toe opduiken. Tja, het is
maar wat je wil horen, natuurlijk. Zelf vind ik dat er hier en daar te veel
wordt ingegaan op vage akkoorden die soms gewoon de bodem uit de muziek doen
vallen. Met doelgerichtere arrangementen was Till Death Do Us Part een
knaller van formaat geweest, nu vinden ik sommige songs een beetje slagkracht
missen.
Positief zijn dan wel weer de vele knappe solo’s die – zoals eerder gezegd –
niet alleen van de hand zijn van Owen en Santolla, maar ook uit de vingers van
Asheim zelf zijn ontsprongen. Waar Deicide ten tijde van de Hoffman broertjes
vooral de verplichte toonladdertjes afwerkte, horen we nu al twee platen lang
inventieve, interessante melodieën die echt wat toevoegen aan het songmateriaal.
En dan ons aller Glen Benton. Valt over hem nog wat zinnigs te melden? Nou, niet
echt, eigenlijk. Zijn zangpartijen worden per plaat onverstaanbaarder en met
zijn huidige imago en uitspraken mag hij binnenkort de eregalerij van Walt
Disney gaan vervoegen om zijn plaats tussen Goofy en Pluto te gaan opeisen. De
brave huisvader (want dat is hij ondertussen wel geworden naar het schijnt)
brult zijn partijen plichtmatig over de muziek heen en misschien is dat maar
best. Lekker simpel en je hoeft geen tekentjes in je hoofd te branden enzo.
Conclusie? Till Death Do Us Part is zeker niet de beste plaat die
Deicide ooit maakte, maar hij blaast wel met veel gemak misbaksels als In
Torment in Hell en Insineratehymn naar de vergetelheid. Bij momenten
klinkt ie wat te vaag naar mijn smaak, al zijn de brute stukken wel echt lekker.
De productie had wat vetter gemogen. Al bij al een genietbaar Deicide-album.
Tracklisting:
- The Beginning of the End
- Till Death Do Us Part
- Hate of All Hatreds
- In the Eyes of God
- Worthless Misery
- Severed Ties
- Not as Long as We Both Shall Live
- Angel of Agony
- Horror in the Halls of Stone
- The End of the Beginning
Line-up:
- Glen Benton – bass, vocals
- Jack Owen – guitar
- Ralph Santolla – guitar
- Steve Asheim – drums, guitar
Links: