De UFO is neergedaald en aan boord vinden wij onze favoriete trippers uit het verre Oosten: Acid Mother’s Temple. Het blijkt een bizarre avond te worden, met uitgesponnen jams, zware riffs, latex rokjes en trippy atmosferen. Dat laatste zegt wat, zeker omdat de synths en mellotron er na anderhalf nummer mee stoppen. Het voorprogramma wordt verzorgd door Spirit Valley.
Opener Spirit Valley neemt ruim de tijd om te soundchecken voor het podium wordt betreden, maar het doel hiervan wordt snel duidelijk. De band speelt over geloopte synths en beats heen, en het duo zal dus de juiste afstellingen moeten gebruiken om het geheel adequaat tot gehoor te moeten brengen. De machinale drumbeats doen een grote invloed van de tachtiger jaren vermoeden, waarbij de gitaren minder belangrijk lijken te zijn dan het stugge ritme. De band speelt met overtuiging, maar na drie nummers begint er toch wat eentonigheid in te sluipen. Als de heren de muziek naar een hoger niveau willen tillen, is variatie de sleutel. Of dan in ieder geval om mijn aandacht vast te houden.
Een band waar echter genoeg variatie vinden is, is het hoofdprogramma van vandaag. Dat is bijzonder, want hoewel je van een band die zo steunt op ruimtelijk uitgewerkte jams mag verwachten dat die variatie er wel degelijk is, blijkt hier toch een schrijnend tekort aan te zijn bij het gros van de bands in deze stroming. Deze Japanners staan echter aan de top van het genre en daarom is een lesje psychedelica op zijn plaats vanavond. De, vergeleken met de rest van de band, beduidend jongere ritmesectie rolt Sabbathiaanse groove na Sabbathiaanse groove voor ons uit en houdt het publiek in beweging. Ondertussen zijn daar de scheurende solo’s, opbouwende atmosferen en rondwervelende dynamieken van de rest van de band, met zeker niet als minste troef de samenwerking van tussen de twee gitaristen. Dat de één ongestoord doorspeelt, terwijl de ander alle visuele middelen uit de kast trekt om een extra retro sfeer aan het optreden te geven, maakt de interactie alleen maar interessanter.
Retro is ook wel een woord dat de hele band typeert: van de zeventiger jaren grooves, tot de vrije geest die de band in bezit lijkt te hebben genomen. De halve striptease die zich voor onze ogen ontvouwt, roept beelden op van Hawkwind (zij het zo dat het hier een ontkledende man betreft), maar ook het makkelijke schakelen van de band rond het uitvallen van een van de meest kenmerkende instrumenten, spreekt van een klasse die tegen de wendbaarheid van de aloude, legendarische bands aanschurkt. Een van die oude bands wordt overigens geëerd: Black Sabbath krijgt een eerbetoon in de vorm van een zwaar bewerkte versie van The Wizard, een perfecte aanvulling op het oeuvre van Acid Mother’s Temple.
Uiteindelijk staat hier een briljante band op de planken, een band die weet hoe jams worden opgebouwd, spanningsbogen worden vastgehouden en hoe je een horde toeschouwers aan het dansen krijgt. Want als er één ding zeker is, dan is dat het wel: hier wordt gedanst. Zowel op het podium, als ervoor gaat het helemaal los en worden de goede vibraties uitgezonden, met Acid Mother’s Temple als ideale begeleiders van deze kosmische verering. Dit optreden is er één voor de jaarboeken, zoals eigenlijk de meeste optredens van de heren, en zal zijn weg dus ook zeker naar mijn jaarlijst weten te vinden.
Links: