Bad Berka (Duitsland) 10 t/m 12 augustus
Wat heeft Duitsland toch ook veel interessante festivals! Als het aan ons lag hadden we ze allemaal bezocht, maar helaas laat het budget dit niet altijd toe. Er diende een selectie gemaakt te worden. Zware Metalen was dit jaar van de partij op diverse Duitse festivals.
De twaalfde editie van Party San was voor de redactie een mooie afsluiting van het (internationale) festivalseizoen. Mike Voors, Harm-Jan Broekema, Andreas Jongeneel en ondergetekende waagden zich aan een verslag.
Een reisje Duitsland doe je niet ‘eventjes,’ maar drie dagen vette bands op een leuke locatie met een leuke sfeer doen die lange autoritten al gauw vergeten. Ondanks dat Party San inmiddels geen kleintje meer is zijn we er blij mee dat de organisatie het toch ‘klein’ weet te houden. De bands waren dan geen onbekenden meer, maar het gebruik van één podium blijft een mooi voordeel. Men hoefde zich niet te haasten voor een show en alles was lekker overzichtelijk. Op de donderdagavond speelden er vijf bands in de tent, wat een knusse
pre-party als gevolg had.
Donderdag 10 augustus
De donderdagavond was het moment om in de stemming te komen voor wat er gedurende de opvolgende dagen nog komen ging. In de knusse tent, waar het af en toe een beetje dringen werd, was het Duitse Eroded de eerste van de vijf die het podium mochten betreden. Het betreft hier, een van origine tweemansproject, waar “P.” verantwoordelijk is voor de strot en al het snarenwerk, terwijl “K.” het percussiewerk voor rekening neemt. Wie er in de live-band aan waren toegevoegd is mij helaas onbekend, maar met de welgestelde Slayer-instellingen hebben we warm kunnen draaien middels een puike deathmetal show. Project Eroded is pas twee jaar actief en tot nu toe nog geen album opgenomen. Een vijftrack demo, getiteld Beneath The Cross (2005) en een onlangs uitgebrachte split met Paganizer blijken voldoende voor de heren om aan hun optredens te komen. Evenals het publiek moesten de mannen even op gang komen, waardoor het allemaal wat rommelig overkwam in de tent. Een plotselinge ommekeer is gezet wanneer het nummer Goats Of Heaven van het krakkemikkige podium werd afgeblazen. Vanaf dit moment neemt de mate van “catchy-heid” toe en voelden we ons thuis met de gezellige old school death van Eroded. Eénmaal op gang gekomen konden we genieten van het minstens zo pakkende Black Empire, waarna de fijne pre-party sfeer zich had genesteld in de aanwezigen. [Renée]
De eerste band waarvan ik het ‘genoegen’ heb ze te mogen reviewen is het Duitse Helrunar. Duidelijk geïnspireerd door bijvoorbeeld Helheim en Ulver speelt dit trio ouderwetse heidense black met een melodieuze twist. Met spelen bedoel ik ‘probeert te spelen’ en met melodieus bedoel ik ‘slecht verzonnen intro’s met veel clean tokkelwerk op de gitaar.’ Dit hoeft geen probleem te zijn zolang de ruigere passages maar goed uit de verf komen. Helaas bleek gitarist Dyonisos niet in staat om op tijd zijn distortion pedaal in te drukken hetgeen een amateuristische indruk achterliet. De band is opgericht in 2001 en heeft sinds die tijd twee albums afgeleverd waarvan Frostnacht de enige is die op een officieel label uitgekomen is. Toch ging frontman Skald Draugir er vanuit dat iedereen wel bekend zou zijn met zijn obscure bandje en probeerde op gezette tijden het publiek mee te laten zingen. Blijkbaar had de beste man niet door dat de tent niet was volgestroomd met mensen uit waardering voor Helrunar, maar simpelweg omdat er nog niets anders te beleven viel op de eerste dag. Het publiek wist dan ook niet warm te lopen voor deze amateuristische blackmetal waarbij de drummer zo vaak naast de gitaar zat, dat het leek alsof hij in een andere band dacht te spelen. [Harm-Jan]
Het was toch wel even kijken, Hate uit Polen kende ik niet, dus ik had geen idee wat het zou worden. Tijdens de soundcheck rende er al wat bandleden in corpsepaint rond, ik was me alweer aan het klaarmaken voor black metal. Maar de drums die gechecked waren klonken toch echt death metal. Gelukkig (voor mij dan…) was het brutal death metal met een lekkere groove. Naast een portie gave takkeherrie waren de toevoegingen van zanger Adam “The First Sinner” een beetje vreemd. Het zou aan het geluidsafstelling kunnen liggen maar het leek net of hij alleen maar de eerste helft van zijn zinnen articuleerde en daarna verviel in lippen niet bewegen maar wel praten. Ik weet dus ook niet of hij nou op het laatst de cover Post Mortem van Slayer aankondigde of niet, maar het ragde wel. Al met al een gave afwisseling zo tussen twee black metal bands. [Andreas]
Gadverdamme, wat een ongelooflijke stank! Zodra Watain het podium betreedt, dringt een weerzinwekkende odeur de neusgaten van de toeschouwers binnen. Het lijkt wel of er een ranzige, ongewassen zwerver is gestorven en onder het podium ligt te rotten. Dit kwaadaardige aroma hoort bij de extreme podiumpresentatie van Watain. Corpsepaint, vuurspugen, jezelf opensnijden; dat is allemaal niet boeiend meer. Been there, done that. Maar deze gore meur is de volgende stap in extremiteit. Watain begrijpt dat black metal weerzinwekkend is. En door deze stank wordt een optreden van Watain letterlijk weerzinwekkend. Wat de stank precies veroorzaakt, willen de bandleden niet bekend maken: “The intense smell is just one of the many magical ingredients used during a Watain ceremony. It is Watain’s own incense, it’s ingredients are only known to the members.” Hmm, mysterieus. Hoe dan ook, het wordt vanavond een indrukwekkende ceremonie. De Zweden hebben een hele huisraad op het podium gesleept, zoals manshoge omgekeerde kruizen en brandende fakkels. De muzikanten zien eruit als rottende, druipende zombies, besmeurd met bedorven bloed. Het tafereel doet nog het meest denken aan een schilderij van Jeroen Bosch. In deze setting brengt Watain een ode aan heer Satan. Ik ga helemaal mee in hun geloof; wat een imposante sfeer weet het Zweedse vijftal vanavond neer te zetten! En toen ik naderhand in mijn tent lag, rook ik die weerzinwekkende stank nog. [Mike]
‘Toen ik dit nummer schreef, liepen de meeste van jullie nog in luiers rond!’ Zo kondigt Paul Speckmann, zanger/bassist/bandleider van Master, het nummer Funeral Bitch aan. Het nummer dateert uit 1984, dus voor een deel van de bezoekers is dit zeker waar. Speckmann is een oude rot. Dit metalbeest is al meer dan twintig jaar actief in de schimmige regionen aan de rand van de underground. In 1985 toonde hij zich met het geweldige Deathstrike één van grondleggers van het genre deathmetal. Later bracht hij platen uit met diverse bands, zoals Master, Abominator, Krabathor . Maar een veelbelovende toekomst kwam niet echt uit de verf. Afgaand op de nummers die Master vanavond speelt, snap ik wel waarom het nooit echt wat is geworden met Speckmann. Behalve de Deathstrike-nummers, klinkt het overgrote deel van de set een beetje flauwtjes. De old school death/thrash is gedateerd en simplistisch van opzet. Ik hoor nauwelijks vette riffs of coole breaks voorbij komen. Toch zijn er genoeg mensen die zich voor het podium vermaken en Speckmann heeft er dan ook zichtbaar plezier in. Zijn karakteristieke ZZ-top baard, die inmiddels tot zijn navel reikt, wappert vrolijk mee als hij staat te headbangen. Bang that beard, Speckie! Tegenwoordig woont Speckmann in Tsjechië en leidt een marginaal bestaan met Master. Hij verdient net genoeg om te kunnen touren en om de volgende plaat op te nemen. Allemaal uit pure liefde voor metal. Dus respect voor de Master! [Mike]