Seraphique, Monastery, Karbo, Swansdown en Sidius
Zaterdag 8 oktober, Platformtheater Groningen
Ondergetekende had zich voorgenomen om een avondje bands te gaan kijken in Groningen. Overgehaald door de line up die veel variatie zou brengen en de bands van eigen bodem die ik nog niet eerder op het podium had gezien… Het was niet de bedoeling om hier een review van te schrijven, maar ik kon het weer eens niet laten en was zeker van mening dat de elfde versie van het GMC Fest wel wat aandacht verdiende.
Death-blackmetal band Sidius uit Emmeloord opende de elfde editie van het Groningse Metal Combined Fest. Een stevige opener voor een afwisselend avondje. Deze show had een opmerkelijk verloop. Achteraf vroeg ik zanger Ralph of de band dit expres deed, maar daarvan was geen sprake. Blijkbaar draait de band automatisch een lekkere setlist in elkaar. Dat opmerkelijke verloop is hier de overgang van black- naar deathmetal gedurende de show. Tijdens de eerste paar nummers waren er veel blackmetal melodieën hoorbaar, waarbij ik zelfs even moest denken aan Immortal, rennend door het bos. Dat Call Of The Wintermoon een lachwekkende videoclip is zijn geheid velen het mee eens, maar wanneer ik het heb over de ‘vrolijke’ blackmelodieën zal geheid gesnapt worden wat ik bedoel. Openen zal voor menige band een spannende klus zijn, want met een hoop volk in de zaal moet het geluid nog altijd even zijn weg vinden. Ook Ralph z’n stem was bijvoorbeeld pas warm tijdens de tweede song. De band speelt naar mijn idee fifty-fifty death-black. De lijn in het optreden liep van black naar death en liet de zaal langzaam op gang komen. Volledig wanneer de band het nummer maze Of Existence speelt! Met grappige frontman Ralph en lekkere gitaarstukken heeft Sidius een prima show neergezet, de band lijkt langzaam aan rijp te worden voor méér.
Na zo’n stevige opener sta je met een verbaasde kop in de zaal wanneer je je over moet schakelen voor de muziek van Swansdown. Ik heb eerlijk zelf ook wat moeite gehad met me te verplaatsen in liefhebbers van deze muziek. Na enkele nummers lukte dit enigszins. Na een lange sample-intro en een moeizaam uitgevoerd eerste nummer deed de band beroep op het gitaarwerk, waar het aan heeft gelegen is mij onduidelijk, maar het klonk vals en we wachtten op de toevoeging van andere instrumenten. De band staat tijdens de eerste nummers wat onwennig op het podium, maar later in de show gaf de zanger goede respons op de dansende gothic-liefhebbers in de zaal door zich wat meer te geven. Tijdens één van de nummers liet de toetseniste haar stem horen, jammer dat dit maar één keer voorkwam, want de band zal hun reportoire wellicht iets veelzijdiger maken wanner zij in combinatie met de zanger uit. Een jonge band reken ik liever niet af op podiumpresentatie en de onwennigheid daarmee, de band liet namelijk door hun laatste nummer zien dat er zeker wel potentie aanwezig is! De titel is me helaas ontgaan, maar het opende met een ‘hakkuh-beat’ en bezat veel interessante overgangen. Zelfs ondergetekende begon mee te bewegen op dit sterke nummer, waarbij de associatie met de Vampierenparty in de film Blade al snel opdook. Nog even aan de weg timmeren dus.
Na een partij gothic-industrial was het tijd voor een knokpartij… De muziek van Karbo bezit een enorme lading agressiviteit, is natuurlijk niks mis mee, maar wel wanneer twee heren uit het publiek dit nogal letterlijk opvatten. De heren gingen dusdanig tekeer, dat ik er slachtoffer van werd en een groot deel van het optreden heb moeten missen. En dat was jammer, want ik nog wel heb kunnen krijgen, was een lekker, energievolle metalcore show met enthousiaste gitaristen, strakke drummer en een overtuigende frontman. Doordat ik even van de kaart was van enkele harde klappen in mijn gezicht heb vond ik in mijn notitieboekje slechts de tekst “Karbo was vet! + knokgekte” terug. De kracht van de band was erg sterk en veroorzaakte een heftige reflectie vanuit de zaal. De heren op het podium genoten hier uiterst van en hadden geen zin om een einde te maken aan hun show. Pech was het voor ze, want voor aanvang was er enige vertraging in het speelschema, waardoor deze band ook gekort werd in de speeltijd. Na enkele waarschuwingen van het personeel speelde de band vrolijk door. Helaas heeft een zaal zich te houden aan afspraken met de gemeente, waardoor zij zich gedwongen voelden het geluid uit te zetten. Een lekkere show met een abrupt einde dus. De band was eigenlijk nog niet klaar met het publiek en vice versa. Volgende keer een show waar de band zich volledig uit!
Door het een tikkeltje uit de hand gelopen Karbo-feestje hadden de opvolgende bands ook problemen met de verkorting van de speeltijd. Niet getreurd, want Monastery heeft genoeg kunnen laten zien om ons te overtuigen van hun kunnen. Ik moest al snel denken aan Led Astray, een vergelijkbare band uit Utrecht. Monastery speelt deathmetal met een technische vleug. Zanger-gitarist Jacob was prima in vorm en laat zien de potentie te hebben om een overtuigende frontman te worden. Routine, in positieve zin, lijkt te groeien binnen de band en de band heeft zeer sterke nummers in hun reportoire, zoals For God’s Sake, die blijven hangen. Persoonlijk was ik hier aanwezig om jonge bands te bekijken, die ik nog nooit live had gezien. Het blijft leuk om zo en dan eens band van eigen bodem tegen te komen, die doet vermoeden goede vooruitzichten te hebben. Monastery is hier een typisch voorbeeld van. Met de sterke afwisseling binnen de songs en het beheersen van hun instrumenten moet deze band nog eens flink los komen van de grond!
Seraphique was de enige band die ik al vaker live had mogen aanschouwen. Ook deze band mocht enkele minuten later aan de slag door de vertraging in het speelschema, waardoor de band een nummer moest schrappen uit de setlist. Ik besloot eens goed te vergelijken met eerdere optredens. In het afgelopen jaar heb ik veel commentaar gehoord over hoe deze band op het podium staat. Nu speelt de band ook geen muziek, waarop je tijdens je eerste keer van het horen, uit je dak gaat. Seraphique is naar mijn mening geen showband, maar een luisterband. De diepgang in de muziek is waar de band voor gaat. Wellicht verklaart dit waarom de band zichzelf liever niet in een hokje plaatst en de naam ‘Blue Metal’ toekent aan haar muziek. Zo heeft zanger Rein (ex-To Elysium) een zeer diepe, organische grunt, waardoor hij volledig opgaat in zijn taak binnen de band. Communicatie met het publiek verloopt dan ook in de vorm van korte mededelingen.Alhoewel ik toch graag even wil vermelden dat de podiumpresentatie wel degelijk vooruit is gegaan. Zo waren er voldoende momenten dat gitarist Christiaan en bassist Erik fanatiek met elkaar communiceren door gitaarkunsten met elkaar af te wisselen. Het podium was klein, waardoor gitarist Ray weinig mogelijkheden kreeg de andere bandleden op te zoeken. Ray is er zo één die zich vrij serieus concentreert op het spelen. Het sterkste punt met betrekking tot podiumpresentatie is nog wel toetsenist Eduard (speelt tevens in The Wounded) die min of meer één wordt met zijn toetsenbord, ik blijf me verbazen dat hij nooit eens samen met zijn toetsenbord omvalt. Het nummer Umbra is doorgaans één van de indrukwekkendste nummers uit hun oeuvre, helaas is het begin van het nummer live iets afgekapter. Wederom staat ‘diepte’ centraal. De nummers met een sterker show-gehalte, die tevens iets toegangelijker zijn dan waar de band daadwerkelijk voor gaat, zijn Troy, Foil en Elohim. Vermoedelijk voor velen de eerste keer Seraphique live, de band werd aandachtig bekeken en het serieuze muzikale aspect is hier het hele eieren eten. Naar mijn mening bewees de band deze avond in Groningen gewerkt te hebben aan betere onderlinge muzikale communicatie, dit belooft progressie en ik heb er vertrouwen in dat dit na de opnames van het komende album Black Alpha volledig goed gaat komen.
De avond voldeed aan mijn verwachtingen. Ik ben onder indruk van de gevarieerde line up en als liefhebber van vele verschillende metal-varianten was ik hier redelijk op mijn plek. Het heeft me tevens goed gedaan dat de opkomst niet gering was, ik vind het nou eenmaal mooi om te zien dat men ook nog aandacht heeft voor jongere bands van eigen bodem.
Links: