Arch Enemy – Will to Power

Arch Enemy, dat is een grote. Eerst maar wat kanttekeningen maken om de review context te geven. Ik ben één van die oude mannetjes die de band nog leerde kennen toen een man de vocale lakens uitdeelde. Johan Liiva, inderdaad. Het album Burning Bridges was (en is nog steeds) een absolute topper in het melodeath genre. Niet te missen. Ik was dan ook niet opgezet met de wissel met dame Gossow. Maar ik gaf ze een tweede kans omwille van het opgebouwde krediet. Volledig terecht, want Wages of Sin was eveneens een sublieme plaat vol klassiekers.

De Gossow-show was niet eens zo heel erg slecht, helemaal niet in vergelijking met hetgeen waarmee Johan Liiva zich bezig hield na Arch Enemy. Zelfs Anthems of Rebellion uit 2003, waar de epische komeet voor het eerst echt hard toesloeg en de productie wel heel erg netjes werd, kon mij nog krijgen. We Will Rise, ik deed gewillig mee, net als jullie.

Maar dan… vanaf Doomsday Machine begon Arch Enemy zowaar als een hardere versie van Doro meets Manowar (Arch Enemy coverde Manowar niet zomaar op één of andere EP) te klinken. Jak en brak. Met Khaos Legions werd het absolute dieptepunt bereikt. Exit dame Gossow als frontdame en Alissa White erin. War Eternal was het resultaat. De pit zat er muzikaal opnieuw wat meer in (meer moderne thrash) maar de holle titels en huy huy huy handjeklap stadionmetal met een hard randje werden nog duidelijker in de verf gezet, ‘extreme metal’ kitch-cliché-cocktails à volonté. Jammer. En in tegenstelling tot The Gathering geloof ik niet in Third Chances, maar we zitten ondertussen al aan de vierde dacht ik. Dus ik vergeet even de wiskunde en ga over naar de muziek.

Will to Power dus. Niet de Australische Indycar-coureur Will Power, wel een boek van F. Nietzsche. Het album begint met een melodische gitaarintro met politiesirenes, gevolgd door The Race. Zou het dan toch over die coureur gaan? Nee hoor, het is gewoon uptempo melodische thrash met een frontvrouw die een beperkte range aan geblaf heeft maar die wel efficiënt inzet. Nog efficiënter is gitarist Jeff Loomis, die Christopher Amott volledig doet vergeten en daarmee ook wat overschoot van Arch Enemy 2.0 (of 2.5) naar de geschiedenisboeken verwijst.

Arch Enemy 3.0 dus. En dat heeft zo zijn gevolgen. Niet alleen is het dag met het handje naar het verleden, de deur naar nieuwe invloeden wordt opengezet. Frontvrouw Alissa heeft op een blauwe maandag eens meegezongen met Kamelot en nu lijkt het soms alsof ze heavy/power metal terug mee binnengebracht heeft bij Arch EnemyBlood in the Water kon even goed door Kamelot of Rhapsody of Fire (die solo halfweg is zo neoklassiek als maar zijn kan) gecomponeerd zijn. Hetzelfde geldt voor de keys op het nummer The World Is Yours, waar etherische tonen en Disney-frequenties het onder elkaar uitmaken wie de meeste zoetigheid en ‘diepgang’ brengt. Niettemin een lekkere headbanger, dit nummer, als je de ‘la la lala’-neurie kunt onderdrukken en er de empowerment-tekst niet op naleest.

De We Will Rise-vibe zit er duidelijk nog in, allemaal samen vechten voor wie je bent, we zijn allemaal uniek, net zoals iedereen… Emile Ratelband kan er nog een puntje aan zuigen. Helaas voor Arch Enemy zijn bepaalde metalreviewers de fase van ontluikende puberteit al voorbij en klinkt dit voor hen echt als afgezaagde ‘teen angst’ of iets wat in de richting gaat van ODD.

Beste Arch Enemy, je kunt gerust blauw haar dragen en nog steeds een goed betaalde job vinden anno 2017. Zelfs met spikes die overgenomen werden uit een ander subgenre en nylonkousen die de indruk geven dat de #metoo net om de hoek een nieuw slachtoffer gemaakt heeft. Desnoods handel je in bitcoins en kom je de deur niet uit als je denkt dat je uiterlijk in de weg zit. Zoals Arch Enemy het brengt lijkt het meer op issues in verband met het (niet kunnen) verdragen van enige vorm van autoriteit of je rot voelen om wie je bent en je daardoor maar afreageren op ‘het systeem’. En ja, daar is natuurlijk een publiek voor. Al eens naar een zomerfestival geweest? Vooral die waar punk, hardcore of metal gespeeld worden, inderdaad. Ideaal om je kapitalistische eurootjes om te zetten in een girlie size M, omdat je je slecht zou voelen als je gewoon een L vraagt die veel aangenamer zou zitten. Klotesysteem. Ja hoor.

Hoe dan ook, als je de inhoud en de vocals los kunt maken, dan hoor je best wel heel erg goede muziek. The World Is Yours, zoals gezegd, met zalig samenspel; The Eagle Flies Alone, een subliem voorbeeld van hoe je moderne melothrash zowel een death metal feel als een epische opbouw kunt meegeven; Murder Scene waar Gothenborg melodeath à la Soilwork/In Flames uit de goede jaren te horen is met iets meer dubbele bassen dan normaal en het heavy gitaarspel in de afsluiter A Fight I Must Win – dat naadloos overloopt in de intro van de plaat. En zo kun je van vooraf aan herbeginnen. Of niet.

Voor de berekening van de score raad ik u aan om 15 punten bij te tellen als u nog thuis woont, als u Death Finger Deathpunch in de kast staan hebt, als u heel selectief kunt luisteren naar de genieën Michael Amott en Jeff Loomis of als u War Eternal een schitterende schijf vond en de laatste Amaranthe zelfs als beluisterbaar beoordeelde. Bent u eerder van het mannelijk type met Pantera-neigingen, denk je bij extreme metal eerder aan Behemoth of heb je je power metal liever zonder death metal look & feel, dan doe je de omgekeerde bewerking. U bent gewaarschuwd.

Score:

72/100

Label:

Century Media

Tracklisting:

  1. Set Flame to the Night
  2. The Race
  3. Blood in the Water
  4. The World Is Yours
  5. The Eagle Flies Alone
  6. Reason to Believe
  7. Murder Scene
  8. First Day in Hell
  9. Saturnine
  10. Dreams of Retribution
  11. My Shadow and I
  12. A Fight I Must Win

Line-up:

  • Alissa White-Gluz- vocalen
  • Daniel Erlandsson – drums
  • Jeff Loomis – gitaar
  • Michael Amott – gitaar
  • Sharlee D’Angelo – bas

Links: