Summer Breeze 2003

Summer Breeze – Abstgmünd, Duitsland
21/22/23 Augustus

Dit jaar, van 21 tot en met 23 augustus vond opnieuw het Summer Breeze
festival plaats. Gesitueerd in het zuid-Duitse Abstgmünd, diep verborgen tussen
de heuvels was er gedurende drie dagen plaats vrijgemaakt voor een hele bende
metalheads. Twee podia, op een terrein ter grootte van een groot voetbalveld,
was de scène waar vijftig bands hun kamp hadden opgeslagen om de aanwezige
bezoekers te voorzien van een stevige pot muziek. Een niet al te groot terrein
voor een festival, maar daarom wellicht des te gezelliger. Het gerstenat vloeide
rijkelijk, zon was er in overvloed, maar het belangrijkste was natuurlijk de
muziek.

Donderdag:

Als je echter op donderdag niet al te vroeg vertrekt, en het blijkt zo’n zes
uur met de auto te zijn, en je aldaar eerst je tent nog moet opslaan voor het
weekend, kun je natuurlijk al raden dat je wat aan de late kant op het terrein
zelve bent.

Uiteindelijk was ondergetekende gelukkig nog net op tijd om het Duitse
Rage
te mogen aanschouwen. Het tegenwoordig multinationale trio begint meer
dan ijzersterk met de kraker "Don’t Fear the Winter", wat ervoor zorgt dat het
aanwezige publiek al direct door het dolle heen is. Een triomftocht die wordt
voortgezet met "Paint the Devil on the Wall" (van "The Other Side"). De rest van
de set is een feest der herkenning. Onder andere "Down" en "Set this World on
Fire" (beiden van de laatste plaat) passeren de revue. Tevens wordt er door de
heren een nieuw nummer gespeeld, wat de verwachtingen ten opzichte van het te
verschijnen album "Soundchaser" aanzienlijk doet stijgen. Zanger/bassist Peavy
Wagner (tegenwoordig met een glimmende kale kop) klinkt heeft er duidelijk zin
in, en de spelvreugde spat dan ook van het podium af. Gitarist Victor Smolski en
drum-beest Mike Terrana mogen vervolgens in twee solo-spots laten zien waartoe
ze in staat zijn. Afgesloten wordt er helaas met het al te voorspelbare – en in
vergelijking met het andere materiaal matige – "From the Cradle to the Grave",
sinds jaar en dag de steevaste afsluiter en publieksfavoriet nummer één. Kleine
smet op een verder geweldig concert.

Voor wat later op de avond is het Zwitserse Krokus uit de mottenballen
gehaald. De band speelt pure ouderwetse rock ‘n roll in het straatje van AC/DC
en een wat mildere W.A.S.P. Op zich geen verkeerde band, alleen krijg ik het
idee dat deze muziek niet echt tot zijn recht komt tussen het sonische geweld
van de andere aanwezige bands, laat staan dat de organisatie hier de gemiddelde
metalhead een groot plezier mee doet. Voor mij persoonlijk een uitgelezen moment
om maar een hapje te gaan eten. Vanuit de verte hoor ik nog de klanken van "American
Woman" (van Guess Who) maar echt bekoren kan het allemaal niet.

Subway To Sally daarentegen, samen met The Kovenant de abräumer van de
eerste festival-dag, brengt het er een stuk beter van af. De Duitstalige
gothicrock komt perfect over, de band speelt loepzuiver en het publiek vreet het
geheel dan ook gretig. Het materiaal zit er bij de meesten goed in, want het
volume tijdens het meezingen is aanzienlijk. Oude en nieuwe favorieten wisselen
elkaar af, zoals "Die Slacht", "Geist des Kriegers", "Kleid aus Rosen" en "Henkersbraut".
De muziek van de band gaat mij – ook op cd – echter heel snel vervelen en zelfs
tegenstaan, en het concert zit ik dan dus ook maar niet uit. Het is immers een
lange dag geweest, en gezien de line-up van de vrijdag ligt er nog aardig wat
werk voor de boeg.

Vrijdag:

Het ontwaken op vrijdag doen we dan ook maar met een biertje in de ene hand,
een peuk in de andere, en de muziek van Justice op de achtergrond. De
band speelt muziek die in principe in te delen is in de powermetal-hoek. De
uitvoering is echter een stuk steviger (en minder vrolijk) dan een hoop andere
bands in het genre. Een half uurtje speeltijd is dan ook veel te weinig voor
deze klasse-band.

Het uit Tjechië afkomstige Hypnos had dan voor mij ook niet gehoeven.
Hypnos brengt deathmetal, en doet dit live bijzonder slecht. Daar ik verder niet
bekend ben met de band, heb ik dus ook geen vergelijkingsmateriaal met hoe het
op plaat allemaal klinkt. Op het podium wordt er echter bijzonder rommelig
gemusiceert. De (double bass)drums klinken vervelend uit de maat in verhouding
tot wat de rest doet, en het geheel komt gewoon heel slecht over. Gemiste kans
voor wat wellicht best een goede band kan zijn.

De jochies van Heaven Shall Burn brengen hun muziek een stuk
overtuigender, en muzikaal een stuk meer verantwoord. De muziek hangt ergens
tussen echte thrashmetal, bands als Machine Head en een snufje numetal in. De
jongens brengen het ijzersterk, en hebben zichtbaar plezier in wat ze hier doen.
Het publiek reageert dan ook dankbaar op het gebodene, al moet de zanger zelf
aangeven wanneer er gesprongen moet worden of wanneer hij graag wil dat er een
mosh-pit ontstaat, hetgeen dan ook daadwerkelijk door het aanwezige publiek
wordt uitgevoerd. Zeker niet verkeerd, en van mij had deze band best nog wat
later op de dag mogen spelen, met wat meer speeltijd als een half uurtje.

Het begint gestaag drukker te worden op het terrein als Graveworm
begint te spelen. De bombastische black/death van deze Italiaanse band gedijt
ondanks de hitte goed bij het publiek. Aan de zijkant van het podium staan heren
van de security met een brandslang, om het publiek wat af te koelen – iets wat
de aandacht bij deze sterke band helaas iets verslapt. Graveworm speelt echter
een sterke set, met een nadruk op het laatste album. Helaas werd Vintersorg op
het laatste nippertje afgelast, best jammer want dit was één van de bands
waarvoor ik de hele reis naar dit afgelegen gat maakte…

Deathmetal formatie Amon Amarth had er ook meer dan zin in, en wist
dat met een beukende show op het publiek over te brengen. Naglfar dan weer was
tot voor kort een volstrekt onbekende voor mij, maar wat een overtuigende set
zetten deze Zweden neer! Een death/black verschijning die barstte van de
energie, razend gitaargeweld, en het geheel doet af en toe even terugdenken aan
Dissection. Hoog tijd dus om na dit optreden hun studiomateriaal te gaan
uitchecken, en Sheol was ook op CD aardig te pruimen. Geruchten gaan over een
mini-clubtourtje begin december in zowel België als Nederland, en daar ben ik
zeker en vast te vinden.

Om exact kwart over zeven is de aftrap van de Duitse powermetalband (volgens
sommigen annex Judas Priest-kloon, iets waar ik slechts gedeeltelijk in mee kan
gaan) Primal Fear. De Duitsers starten ijzersterk met het "Black Sun",
het titelnummer van de laatste plaat. Het publiek gaat ook volledig op in de bij
tijd en wijlen opgewekte, maar altijd goed klinkende power metal. Zanger Ralf
Scheepers gilt werkelijk de longen uit het lijf, en ook de rest van de band weet
moeiteloos te overtuigen. Maar er is nog meer…. Veel meer! Wat te denken van het
weergaloze "Nuclear Fire", of "Armageddon"? Door het publiek wordt er in ieder
geval luidkeels meegezongen. Het is dan ook veel te snel dat dit concert ten
einde komt.

Van Die Apokalytischen Reiter pakken we slechts een gedeelte mee, en
dan eigenlijk maar met een half oor. Het geheel klinkt niet geheel verkeerd,
maar doet me te veel denken aan een band als Subway to Sally, en aangezien dat
soort muziek mij snel weet te vervelen, kan dit geheel me ook niet volledig
bekoren. De show is echter goed, en houdt ook weer een beetje het midden tussen
Subway to Sally en In Extremo. Vooral de keyboardspeler, getooid in een
autentiek beulenkostuum, weet hier de aandacht te trekken.

Maar laten we eerlijk zijn: het wachten is aan de t-shirts en het massaal
toegestroomde volk voor het podium te zien voor velen toch op Children of
Bodom
. Hevig is de consternatie dan ook als de Finnen vijf minuten voor ze
zouden moeten beginnen nog steeds slechts een volledig lege Main Stage laten
zien. Even later komen echter van alle kanten busjes met piepende remmen tot
stilstand achter het podium, roadies springen er in volle haast uit en rennen
meteen met guitarcases en onderdelen van het drumstel het podium op. De intro is
nog steeds, zoals met de Hate Crew Rolling Over Europe -tour, het op de
lachspieren wekkende ‘They’re coming to take me away, haha’ en even later staan
ze er dan toch. "Needled 24/7" begint wat rommelig en met een bijzonder slecht
geluid, maar dat herstelt zich wat naarmate de show vordert. Bleek dus dat de
vlucht die ze ‘s ochtends in Helsinki naar Duitsland moesten nemen doodleuk was
gecanceld, schijnt daar wel vaker te gebeuren. Na een hele dag wachten op het
vliegveld kregen ze uiteindelijk nog een andere vlucht, en stonden vervolgens
nog eens uren in de file ergens op de Duitse snelwegen. Dat ze er toch stonden
is voor mij nog maar eens een bewijs van hun professionele instelling. Al hun
opgekropte frustraties van die dag moesten er blijkbaar uit want nog nooit
eerder heb ik de Children zo agressief op het podium weten te staan. Een show
vol energie, en een hele resem ‘fuck dit en fuck dat’s’ van mister Laiho. (Hello,
Summer-fucking-Breeze!!! Are you fucking Allright?!!) Gitarist Alexander wordt
voor de komende optredens vervangen door Roope Latvala van Sinergy, daar hij het
tourleven niet meer zag zitten en besloot Children of Bodom vaarwel te zeggen.
Roope kweet zich uitstekend van z’n taak, en stond er een stuk energieker bij
dan z’n voorganger.

Het eveneens Finse Amorphis (die al een dag eerder aanwezig waren en
dus geen problemen ondervonden met afgelaste vliegtuigen en dergelijke) trekt
meteen heftig van leer met materiaal van "Tales of a Thousand Lakes", Het zijn
dan ook nummers uit dit tijdperk die het bij het publiek het beste doen. Het
nieuwere, wat minder stevige materiaal kan dan ook op aanzienlijk minder bijval
rekenen. De band kan rekenen op een mooie lichtshow, en het materiaal wordt vol
overgave gebracht. Het publiek ontvangt het gebodene dan ook bijzonder gretig.

Mijn persoonlijke klapper van de vrijdag is dan In Extremo. Om exact
kwart over elf begint het spectakel, om de volgende 85 minuten niet meer af te
laten. Zoals altijd bij de Duitsers is de show perfect, en met name de twee
doedelzak- en harpspelers springen er in positieve mate uit. Alle
publieksfavorieten komen langs, zoals "Der Wind", "Krommevisur", "Omnia Sol
Tempore", "Herr Mannelig", en, als absolute uitschieter het prachtige "Vollmond".
Het publiek kent alle nummers woord voor woord, en er wordt dan ook uit volle
borst meegezongen. Rond en tijdens de nummers wordt er vuur gespuugd, en ik kan
me voorstellen dat het publiek wat vooraan heeft gestaan het knap warm heeft
gehad. Als dan door zanger "Das Letzte Einhorn" de toegiften "Ai Vis Lo Lop" en
"Messeburger Zauberspruche" worden aangekondigd gaat het spreekwoordelijke dak
er af, en daarna is de koek dan ook echt op.

Een hoop mensen begeven zich al richting camping als afsluiter Finntroll
opkomt. Zanger Wilska weet te vertellen dat ze onderweg hun materiaal en bagage
noodgedwongen moesten achterlaten. Ze hadden namelijk dezelfde afgelaste vlucht
als Children of Bodom vanuit Helsinki. Dus er moest her en der vanalles geleend
worden, en de samples voor het keyboard werder in allerijl backstage opnieuw
geprogrammeerd op een ergens opgeduikelde oude Korg. Desondanks geven de Finnen
een behoorlijk goede show weg, met een emphase op het materiaal van het laatste
‘echte’ album Jaktens Tid. Daar het echter al laat is, en het gerstenat nu toch
wel wat begint in te slaan, begeven ook wij ons richting camping voor een
welverdiende nachtrust.