Horrorsprookjes en maniakale machines in P60

Het begint een beetje een traditie te worden: aan het einde van het jaar doet Carach Angren P60 in Amstelveen aan, met The Monolith Deathcult in het kielzog. In 2016 gebeurde dat nog op 24 december, kerstavond, tot grote woede en angst van de lokale politieke gekkies van de ChristenUnie, die ervan overtuigd waren dat Carach Angren hoogstpersoonlijk het einde der tijden meebracht uit Limburg. Zoals alles aan religie bleek ook dat een leugen, want 21 december vorig jaar stond het gezelschap er gewoon weer. Samen met het van de andere kant van Amsterdam afkomstige Funeral Whore.

Dit met bivakmutsen getooide old school deathmetalgezelschap trapt weinig subtiel af: ‘Wij zijn Funeral Whore, uit het graf van je dode moeder’, bijt zanger/gitarist/bandleider Roy Grimreaper de aanwezigen toe. Wat volgt is een set met rechttoe rechtaan rampestampmetal verpakt in nummers met titels als Nutcase on the Loose, Evil Manifestation, The East Area Rapist, Eternal Genocide en andere vrolijkheid. Meestal is het volle bak rammen geblazen, met af en toe een nummer waarin het gezelschap het iets rustiger aandoet, maar dat mag verder nauwelijks naam hebben. De houding en uitstraling van de band zijn vermakelijk: het is apart om vier woest bangende bivakmutsen op een podium te zien. Funeral Whore is een leuke opener voor deze avond: zeker het enthousiasme van de heer Grimreaper mag er zijn. Zijn snarenspelende collega’s Jesper (gitaar) en 4 string Mutilator (bas) springen bij het laatste nummer plots het publiek in om eigenhandig een pit te beginnen.

The Monolith Deathcult opent de set met een zwaar bombastisch intro, voorzien van machtig drumwerk van ‘The Hired Gun’ Frank Schilperoort. Daarna barst de muzikale hel van de vijfmansformatie los. Niet door als waanzinnigen tekeer te gaan, maar door juist heel berekenend dreigende nummers op te zetten waar dankzij het kraakheldere geluid in P60 geen ontsnappen aan is. Ik schrijf overigens bewust ‘vijf man’, want naast de uitstekende drummer Schilperoort, de heerlijk freewheelende gitarist Carsten Altena, de gitarist met hoge krijsgrunt Michiel Dekker en de met een heerlijke donkere strot gezegende bassist Robin Kok, spelen ook de perfect in de muziek passende geluidseffecten, samples en toetsen een bijzonder belangrijke rol in de muziek van deze mannen. Het maakt een optreden van The Monolith Deathcult tot een intense ervaring. En dan moet het machtige Fist of Stalin nog gespeeld worden. Mensen: wát een nummer is dit zeg! Het schijnt dat Poetin’s Rode Leger het als lijflied heeft geadopteerd.

The Monolith Deathcult trekt Amstelveen mee in een industriële wereld waarin machines de dienst uitmaken en er geen plek is voor zoiets menselijks als emotie. De maniakale drummer bepaalt het ritme, Dekker en Kok gaan er gedisciplineerd in mee zodat Altena zich buiten het strakke schema kan houden om uit te blinken. Zoals in The Furious Gods (Gabriel’s Song), waar een tempoversnelling inzit waarbij zelfs Stalin zelve zou zeggen dat het aan de extreme kant is. The Monolith Deathcult is headbangen, dansen, springen en ademloos toekijken tegelijkertijd. Maar het is vooral niet kunnen ontsnappen tot de laatste toon heeft geklonken. En of deze nou afkomstig is van een mensenhand of een machine, is deze band om het even.

Tijd voor horrorsprookjes. Carach Angren start met zowel het Intro als het lekkere Charlie van de laatste uitstekende plaat Dance and Laugh Amongst the Rotten. Het fijne van het gezelschap uit Landgraaf is dat er doorlopend veranderingen worden aangepast in de podiumpresentatie. Drummer Namtar gaat verscholen achter een hekwerk dat onderweg van een vergeten kerkhof lijkt te zijn opgepikt. Zanger Seregor heeft een microfoonstandaard in de vorm van een zeis. Het keyboard van Ardek leeft zoals altijd een eigen leven, maar nu staan zijn bespeler en live-gitarist Bastiaan Boh op ieder op een platform dat volop op en neer gaat, waarbij er een fraai Carach Angren-banier zichtbaar wordt.

We krijgen een lekkere dwarsdoorsnede uit het bandrepertoire voorgeschoteld. When Crows Tick on Windows van This is no Fairy Tale bijvoorbeeld. Of Spectral Infantry Battalions van Where the Corpses Sink Forever. De aankleding en presentatie van de band is perfect, de inzet bijna on-Nederlands hoog. De ervaring spat van Carach Angren – net terug van een trip uit Noord-Amerika – af en de bevlogenheid van met name Seregor is ongekend. Krakers als In de Naam van de Duivel helpen daar zeker aan bij.

Onder een doek die al het hele concert iets bedekt houdt naast het drumstel, blijkt een uit de hel afkomstige paspop schuil te gaan. De afzichtelijke Jane Doe, zo staat op haar buik gekerft, zit vol steekwonden. Seregor heeft geen medelijden: hij snijdt de arme Jane de keel door, likt het bloed dat tevoorschijn komt op en spuugt het uit over de eerste rijen voor het podium, terwijl zijn kameraden het heerlijke Blood Queen inzetten. Bij Pitch Black Box stampvoet de zanger in het rond met een dodenmasker op zijn hoofd en ondertussen verliezen we alle tijd tijdens de de gruwelreis van Carach Angren. Een reis die perfect wordt afgesloten met Bitte Töted Mich en het fraaie Bloodstain’s on the Captain’s Log. Het is nu al uitkijken naar december 2019.

Foto’s:

Hans Schoo (Hans Schoo Photography website en/and Facebook)

Datum en locatie:

21 december 2018, P60, Amstelveen

Link:

P60