Abbath laat zich toejuichen in Gebr. De Nobel

Tijdens een minitour van zes dagen in vijf landen deed blackmetallegende Abbath met zijn Abbath Gebr. De Nobel in Leiden aan. Zware Metalen is altijd te porren voor een dergelijk zwartgeblakerd feestje en stuurde Ghostwriter als schrijver en Markus Wiedenmann als fotograaf. 

Voor een aardig gevulde zaal opent het nog jonge Deense Baest diens set. Het vijftal uit Aarhus is pas sinds 2015 actief en heeft een EP en debuutplaat op zak. Met geen ervaring in andere bands, kunnen we dus oprecht spreken van een jong en relatief onervaren gezelschap. En van een energiek gezelschap zo blijkt. Met een bijzonder vriendelijke uitstraling, toch niet echt iets wat we gewend zijn in het genre van de death metal. ‘Dankjewel alsjeblieft’, prevelt bruller Simon Olsen regelmatig.

Baest klinkt heel behoorlijk. De band maakt klassieke death metal, voorzien van een fris modern sausje zodat we niet het idee hebben dat we naar een band uit 1993 aan het luisteren zijn. De grunt van Olsen is niet de meest opzienbarende uit het genre, maar het voldoet en past goed bij het muzikale deel. De titeltrack van de debuutplaat komt voorbij: Danse Macabre en deze en de andere nummers krijgen een verdiende respons uit de zaal. Wel zou het fijn zijn als de mannen in de studio gaan werken aan het krijgen van iets meer variatie in hun materiaal, want tegen het einde van de set begint het ietwat eentonig te worden. Maar dat we van Baest nog wat gaan horen, is een zekerheidje.

Arme Abbath Doom Occulta. Zijn voormalige bandmaten van Immortal kwamen opeens met een ongekend goede plaat op de proppen, terwijl hij bij zijn werk aan het tweede album onder de noemer Abbath zijn vaste kompaan op bas King ov Hell zag verdwijnen. Maar de man van de crabwalk heeft wel voor hetere vuren gestaan, zo blijkt als klokslag half negen Count the Dead de set opent, gevolgd door Nebular Ravens Winter. Jawel, de Noor heeft de setlist waarmee hij de afgelopen jaren rondtrok door elkaar gehusseld, al blijft het een combinatie van werk van Abbath en Immortal, aangevuld met Warriors van het project I. Eén troost: het is heerlijk werk.

Winterbane bijvoorbeeld is een is niets minder dan een oorgasme en Ashes of the Damned opent de pit. Abbath heeft het prima naar zijn zin en zijn band is nu definitief warm. De voorman schuiffelt vrolijk heen en weer en bespeelt het publiek zoals alleen hij dat kan. Door constant te grimassen en houterig te bewegen zonder dat hij ook maar een noot verkeerd speelt of zingt. Kortom: de man is volledig op zijn gemak en illustreert dat door doodleuk iemands biertje te pakken een slok te nemen.

Zijn inhuurbandleden laten zich niet afleiden door de strapatsen van de voorman: gitarist Raud bekijkt het glimlachend aan en soleert er vervolgens lustig op los. De identiteit van de bassist is niet helemaal duidelijk, maar hij levert prima werk. Drummer Creature heeft geen masker meer op zijn hoofd dus is nu gewoon Ukri ‘Uge’ Suviletho en hij doet wat hij moet doen.

Vanuit het Immortal-tijdperk komt Tyrants en Abbath’s stem klinkt als een klok. Het is puur genieten met nummers als Fenrir Hunts, One by One en het geniale To War! Na een korte break komt de Meester zelf al krabwandelend weer uit de duisternis tevoorschijn om nog even een geniale versie van All Shall Fall in te zetten. Tegen het einde van afsluiter Endless schuifelt Abbath langzaam van het podium, even later gevolgd door zijn huursoldaten. Natuurlijk komt de Grote Baas nog een keer terug om zich toe te laten juichen terwijl hij maffe poses aanneemt. Dat geeft niets, van Abbath kunnen we het hebben. De voorsprong die de man op Immortal had, is weg. Maar hij kan zomaar weer de koppositie overpakken als die nieuwe plaat eindelijk komt. Vol verwachting klopt ons verder ijskoude hart.

Foto’s:

Markus Wiedenmann (flickr)

Datum en locatie:

5 september 2018, Gebr. De Nobel, Leiden

Link:

Gebr. De Nobel