Helldorado: een freaky circus

Op zaterdag 17 november vond voor de tweede keer het Helldorado-festival plaats in het Klokgebouw in Eindhoven. Het betreft een soms bevreemdende mix van muziek en freakshows, die van het gebeuren een heel aparte belevenis maken. Omdat Zware Metalen zulke kansen niet laat liggen, werden de vier grootste redactiefreaks op pad gestuurd, met name Vitus Frank (VF) en Michel Peeters (MP) als redacteuren en Jurgen Van Hest en Lonneke Prins als fotografen. Het was een waanzinnig druk programma waardoor veel acts overlapten. Het meeste hebben we geheel of gedeeltelijk gezien, hier en daar helaas al wel eens iets helemaal niet. Dat leverde onderstaand verslag op. Lezen is uiteraard geheel op eigen risico.

Afgetrapt wordt er door Prima Donna op de Cobra-stage en het moet gezegd, als er tien man in de zaal staat is het veel. Hun garage- en punkrock uit Los Angeles met een licht geschift kantje klinkt zeker niet slecht, maar door het complete gebrek aan sfeer komt de zaak helemaal niet over. Zeker niet de groep hun fout, gewoon iets te vroeg op de dag. (MP)

Het eerste optreden van vandaag in de Tarantula zaal is dat van het Nederlandse Del-Toros. De band maakt instrumentale rock, die dan weer opzwepend, dan weer zweverig is, gedurende de tijd dat uw verslaggever daar is. In het begin doet er ook nog een toetsenist mee, die echter nauwelijks te horen is vooraan. Bij de gitarist is de lach niet van zijn gezicht te krijgen en hij zoekt veel contact met het publiek. Halverwege is het wel mooi geweest, met Monolord staat er in de Cobra zaal een band waarbij vooraan staan verplicht is. (VF)

Zo ongeveer tegelijk begint op de Lion stage het Cirque du Mort en eerlijk is eerlijk, het is gewoon een flauwe bedoening van een vloervegende horrorclown (nouja), een striptease die we liever niet hadden gezien en dan een een mystiek gebeuren met een paar zwepen waarvan de bedoeling nooit helemaal duidelijk wordt. Cirque du Mort trad gedurende de dag nog elders af en toe op, maar dat heb ik aan me voorbij laten gaan. (MP)

The Devils, die hierna in een boksring vlak voor de Lion stage spelen, kan je zien als een combinatie van een geschifte drummende non in het leder en een gitarist die daar een vorm van voodoo-riffs overheen legt. Het oogt nog verschrikkelijk sexy ook. Alleen begint hier ook het euvel van de overlappingen. Alles meepikken is gewoonweg onmogelijk en eigenlijk is dat doodjammer. Maar ik laat deze duiveltjes voor wat ze zijn en schuif door naar de Cobra stage (MP)

Monolord op het vroege tijdstip van 14:30 uur in de Cobra zaal dus. Waar de aanduiding op de toegangen naar de zalen ontbreekt, hangt er wel een mooie achtergrond van de desbetreffende dieren op het podium. Monolord is een band die vrijwel altijd onderweg is en zo langzamerhand in dat opzicht voorzichtig vergeleken kan worden met The Grateful Dead.

De doomfuzzers krijgen het ternauwernood voor elkaar om vier nummers in de slechts 40 minuten toebedeelde speeltijd te krijgen, voorwaar een prestatie. Dat wordt mede mogelijk gemaakt door geen contact te leggen met het publiek tussen de nummers door, kwestie van opschieten. Dat de basversterker van Mika Häkki het heeft gehouden, mag een klein wonder heten. Wat een enorm fuzzgeluid kwam daar uit, niet normaal meer. Als het licht op het podium even goed valt, kan je bovendien zien dat de zweetdruppels van de klep van zijn pet druppelen. Hoogtepunten van de set zijn de laatste twee nummers. Rust is een mooie afwisseling tussen het wat monotone doomgeweld in, door de toetsenpartijen en soleerwerk. Empress Rising mag nooit en te nimmer ontbreken en hoewel dit nummer nu al voor de 643-ste keer of 781-ste keer gespeeld wordt, het enthousiasme van Monolord is er niet minder om. Het nummer is nu wel voorzien wat extra soleerwerk op het einde. Tijdens een rustig moment in dit nummer zoekt zanger/gitarist Thomas V. Jäger wel even snel contact met het publiek, om de handjes omhoog te krijgen en daarna snel een foto te maken. (VF)

Door de overlapping heb ik wel zowat alles van de Hip Priests gemist, een bende geschifte punkers die er op zijn zachtst gezegd keihard tegenaan gaan. Zie ze als een combinatie van Iggy Pop en Handsome Dick. Het is best sexy, brutaal, overstuurd maar vooral authentiek. Als pik ik maar anderhalf nummer mee, dit is heerlijk bijtende agressie zoals wij dat graag hebben. (MP)

Drown the Clown is een attractie welke de hele dag in de Lion zaal staat. Een Hagenees als clown, die het langslopende of toekijkende publiek beledigt en provoceert, net zolang totdat iemand voor een consumptiemunt twee ballen krijgt om te proberen deze grote smoel te water laten. Tijdens de veelal mislukte pogingen krijg je als dank nog wat “complimenten” naar je hoofd geslingerd. Uw verslaggever denkt met een portie (bijna) Haagse bluf en zijn balgevoel na ruim 25 jaar korfbalervaring het klusje te kunnen klaren zonder van te voren uitgedaagd te zijn. Even vergetend dat zijn laatste wedstrijd inmiddels ruim 16 jaar geleden is geweest en het gooien met softballen toch iets anders is dan met korfbalballen. Gevalletje zelfoverschatting derhalve, met als resultaat één consumptiemunt armer, één desillusie rijker. (VF)

Tijd om even te kijken bij de dorpsidioot Vurro. Deze beste man zit achter twee toetsenborden en een gedecimeerd drumstel, met op zijn hoofd een schedel van een koe. De grap, dat als hij zijn hoofd naar links en/of rechts beweegt en daarmee de bekkens bespeelt, is even leuk, maar de gespeelde deuntjes zijn voor iedere rock/metal fan een verschrikking. Als er met de muzikale verkrachting van Roll over Beethoven wordt begonnen, is het tijd om heel snel weg te wezen. (VF)

Er is deze dag ook drie keer een verschillende show van The Death do Us Part Dangershow. De eerste show kan ik dankzij Vurro nog meepakken. Rondborstige en in weinig verhullende outfit gestoken Rachel Atlas dient als mikpunt voor haar echtgenoot Charlie, die met messen gaat gooien. Dat kan wellicht echt spannend worden als er voorafgaand aan de show een echtelijke ruzie is geweest en hoewel we het gooien met messen op mensen zeker niet moeten onderschatten, is bij de meeste uitvoeringen de spanning ver te zoeken. Dat wordt anders bij het laatste onderdeel. Rachel neemt plaats op een plateau, met aan vier kanten slechts in het midden een plank, die zeker niet allen het gehele lichaam van Rachel afschermen. Onder begeleidende muziek gaat het plateau draaien en werpt Charlie zijn messen, allemaal keurig in de planken! Een mooi einde van deze show. (VF)

Terug naar de Tarantula zaal, waar de vier Zweden van The Dahmers op het podium staan. De heren hebben skeletpakken aan en de zanger topt dit af met een stemmig rood sjaaltje. Muzikaal krijgen we snelle en redelijk simpele punkrock/metal voor onze kiezen. Zeg maar een wat stevigere uitvoering van wat de Sex Pistols zo’n 40 jaar geleden deden. Leuk om even mee te pakken, maar na vier nummers heb je het wel gehoord. (VF)

Op het Cobra podium gaat Death Alley van start en we worden meteen zo’n 40 jaar terug in de tijd geworpen. Dit is hard-rock van het zuiverste water met hier en daar een toets psychedelische punk. Maar dan een kleine toets weliswaar. Alleen al de manier waarop de zanger zich over het podium beweegt doet denken aan Robert Plant, maar dan mét ADHD en op speed. Overigens doet hun boogie-psychopunkrock het uitstekend en oogsten ze aardig wat bijval. Geheel terecht, want je kan dit gerust klasse noemen! (MP)

Tijd voor de moderne variant van brood en spelen. In de Lion zaal staat al vanaf het begin een worstelring met loopplank naar het podium. Die gaat nu echte gebruikt worden waarvoor het bedoeld is. The Rock ‘n’ Roll Wrestling Bash gaat daar voor zorgen. Kort samengevat speelt er een band best wel strakke dertien in een dozijn thrashmetalnummers, waarbij op het podium ook nog twee dames aanwezig zijn in zeer luchtige kleding, die allerlei suggestieve handelingen uitvoeren en daarbij tevens handtastelijk zijn bij de spelende bandleden. Tussendoor een drietal worstelpartijen met derderangs worstelaars.

De dames, die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid als actrice werkzaam zijn in de films voor volwassenen industrie, zijn tussendoor ook niet te beroerd om de worstelring te betreden en op diverse manieren shotjes drank aan de toeschouwers uitdelen, waarbij de mond op mondvariatie de meeste aftrek vindt. Ook bij de vrouwen in het publiek. Het leukste is de laatste worstelpartij waarbij Boris the Butcher, gedrenkt in nepbloed, uiteindelijk aangevallen wordt door vijf tegenstanders en de scheidsrechter. Ze weten hem uiteindelijk “zwaargewond” de ring uit te krijgen, waarna hij vrolijk met wat uitzinnige fans op de beruchte selfies gaat. Hoezo is Amerikaans worstelen nep? Daarna mogen de dames, inmiddels alleen nog gekleed in een minuscuul slipje en de schoentjes met hoge hakken, nog even de worstelring betreden, waarna de siliconenborsten op ooghoogte onder de aandacht gebracht worden. Tevens worden op de knieën nog wat poses aangenomen, die we verder maar niet zullen beschrijven. Plat (op de borsten na uiteraard) vermaak, maar stiekem toch wel vermakelijk. (VF)

Nick Oliveri en zijn Death Electric wilde ik zeker wel zien. Deze duivel, die ooit nog deel uitmaakte van de Cro-Mags, Queens of The Stone Age en The Dwarves, heeft wederom een nieuw project en dat is altijd wel eens het aanhoren waard. Dat valt vandaag wat tegen. Goed, het slechte geluid zat er voor veel tussen, maar de zaak verzuipt in een wolk van overstuurd geluid. Wat er tussenin te horen valt kan je nog het best omschrijven als afdankertjes van hiervoor genoemde groepen. Op zich niet écht slecht, maar dan toch ook weer net niet goed genoeg om bij te blijven. Laten we dit een aardig concert noemen, maar zeker niet iets wat me zal bijblijven. Nu goed, Nick Oliveri aan het werk zien is ook al de moeite, dus echt teleurstellend was het zeker niet. (MP)

Het begin van Lucifer wordt door het brood en spelen gebeuren gemist, maar die band heb ik nog aan het werk gezien tijdens het Into the Void Festival. Met de nieuwe line-up en nieuwe album LuciferII is zangeres Johanna Platow Sadonis een andere muzikale richting ingeslagen. De occulte doomrock is verdwenen en vlotte en compactere rocknummers hebben de boel overgenomen. Die nieuwe richting past eerlijk gezegd ook beter bij haar stem, zeker als ze met een sneller nummer gewoon door kan zingen. Dat wordt dan ook goed duidelijk als met Anubis een oud nummer de set mag afsluiten. Van hoe je als muzikant wellicht al snel een alcoholverslaafde kan worden geeft Johanna ook nog een demonstratie. Tijdens het optreden wordt er een fles wijn doorheen geslagen. (VF)

Het optreden van The Dwarves was een belevenis. Het is rechttoe rechtaan punk van het zuiverste water en zoals de Amerikanen het graag zeggen: ‘not one fuck is given!’ De heren hebben over zowat alles een mening die je dan ook weer niet al te serieus moet nemen. Zo zijn ze de mooiste, de beste, de bekendste, de moordlustigste en vooral de beste band van het hele festival. Het wordt met zoveel branie gebracht dat je het wel grappig moét vinden. Ondertussen gaat men in een hels tempo door een hoop nummers waarbij het in de fik steken van hun roadie toch als een hoogtepunt moet worden gerekend. Geschift maar grappig. En vooral steengoed. (MP)

Met Greanleaf staat in de Tarantula zaal een op voorhand leuke, maar voor mij nog onbekende stonerband op het programma. Vooraan is het geluid al direct bij aanvang abominabel slecht. De bas staat loeihard, de gitaar is niet te horen en er is een piepende feedback. De band ergert zich hier zichtbaar aan, maar ook na het tweede nummer is het euvel nog niet verholpen. Inmiddels wat afgezakt naar achteren bij de bar klinkt aldaar het geluid iets beter en is er zowaar gitaar te horen, maar het geluid is nog niet prettig om naar te luisteren. Jammer voor Greanleaf, maar op deze manier wil je niet kennismaken met een band. Overigens valt uit gesprekken met andere toeschouwers gedurende de dag op te maken, dat het geluid in de Tarantula zaal als onder de maat wordt beoordeeld. Serieus aandachtspunt voor de organisatie derhalve. (VF)

Op de Lion stage gaat Supersuckers van start en meteen is vrij duidelijk waar dit heen gaat. Southern rock met een duidelijk scheut Motorhead erin. Zanger-bassist Eddie Spaghetti (géén grap!) staat er identiek hetzelfde bij als Lemmy en lijkt er zelfs nog op ook. Trouwens, over Lemmy gesproken, hij zei over deze groep: ‘if you don’t like Supersuckers, you don’t like rock ’n roll’. De beste man had gelijk. Er wordt verschroeiend van start gegaan en aanvankelijk is het de bedoeling hun ‘The Evil Powers of Rock ‘n’ Roll’ in zijn geheel te spelen, maar gezien de krappe speeltijd zien ze daar van af. Het duurt een nummer of twee eer het geluid, vooral dan de zang, echt goed staat, maar vanaf dan worden we regelrecht van onze sokken geblazen door de power van dit gezelschap. Lemmy had gelijk! (MP)

Een optreden van Zeke meemaken is een belevenis. Verschroeiende speed thrash/hardcore op een tempo dat je amper voor mogelijk houdt. Ze zijn in Europa weinig te zien geweest en er zat ook maar liefst veertien jaar tussen hun vorige en hun huidige plaat, maar het wachten is dan ook meer dan de moeite waard geweest. Wat gaan deze heren tekeer! Hoe zanger ‘Blind’ Marky Felchtone het uit zijn strot krijgt is me een raadsel. Invloeden van Motörhead maar zeker ook Ramones zijn duidelijk hoorbaar. Vooral deze laatsten zijn een duidelijk baken geweest voor Zeke. Ze spelen deze keer ook aardig wat werk uit hun debuut ‘Super Sound Racing‘, toch al uit 1994. Geen slechte keuze, want het publiek gaat voor de eerste keer vandaag helemaal los. (MP)

Een psychedelische wall of sound, zo kan je het IJslandse The Vintage Caravan misschien nog het best omschrijven. Tijd om echt in het optreden te komen was er echter amper, vermits de zaak grotendeels overlapte met Zeke. Het is de laatste jaren hard gegaan voor deze heren en ze zijn de laatste jaren al wel meer langs gekomen in onze contreien, maar zo een portie akoestische lava over je heen krijgen doet toch nog altijd deugd. Ook zij hebben een nieuw album uit waarvan enkele nummers werden gespeeld vanavond. Het moet wel worden gezegd dat ze het niveau van hun vorige ‘Expand Your Mind’ niet halen, maar dat kan aan mij liggen. (MP)

Om 21:00 uur is het tijd voor Dewolff. Dit Nederlandse drietal is inmiddels behoorlijk groot in Nederland en brengt southern rock ten gehore, met een licht snuifje Deep Purple-invloeden. Zanger/gitarist Pablo van de Poel is me een mannetje wel. Hij babbelt er tussen en door de nummers vrolijk op los, weet hiermee het publiek af en toe op het verkeerde been te zetten en beschikt ook over zelfspot. Opmerkingen als “We zijn zojuist drie weken op tour geweest in Duitsland, meer we hebben nu meer publiek dan in die drie weken tezamen” en “Ik dacht dat jullie ons een pussyband zouden vinden” en na een massaal nee-geroep eindigen met “Nou, ik vind ons nog steeds een pussyband…” spreken wat dat betreft boekdelen. Muzikaal is het wellicht wat aan de softe kant voor de gemiddelde Zware Metalen bezoeker, maar spelen kunnen de heren wel. De nummers zelf bevatten vaak jam-achtige stukken en breaks, die gewoon erg strak uitgevoerd worden. Het Hammond-geluid van Daniël Piso, wiens kruk geen moment op vier poten blijft staan, topt de boel prima af. Dewolff speelt vaak in de zomerperiode op diverse (gratis) festivals, dus ga gerust eens kijken. Muzikaal vakmanschap gegarandeerd! (VF)

Tijd voor een Berlijns doom-monster dan: Kadavar! Al is doom te eng voor het geluid dat dit drietal op ons loslaat Superzware stoner zou je het ook kunnen noemen, gedreven op lang uitgesponnen en vervormde Black Sabbath-ritmes Dat alles uitgesponnen in lange, sublieme jamsessies die eindeloos lijken te duren. Opvallend daarbij is dat de drummer helemaal vooraan het podium zit zodat elk bandlid in zijn eigen hokje vertoeft en er amper interactie met elkaar. Of met het publiek, want aan veel praten doen deze Duitsers niet. Aan heerlijk lawaai produceren des te meer. Spijtig genoeg hebben ze maar een uurtje speeltijd en dat is minstens de helft te kort. Maar toch zetten ze een dijk van een set neer die tot het beste behoort wat hier vandaag te zien en te horen is. (MP)

Daarna is het weer rennen naar de Lion stage voor Danko Jones. De paar keer dat ik hem in de afgelopen jaren zag viel het op dat de beste man altijd luid staat te verkondigen dat ze fun hebben en dat ze rock’n roll spelen en dat er ‘nu’ een zalig nummer gaat komen. Maar het komt nooit. Na een kwartiertje heb je dit wel gezien wegens altijd hetzelfde. Ja, de heer Jones kan een aardig stukje gitaar spelen en produceert meer dan aardige riffs, maar buiten dat is het één pot nat. De nummers zijn volstrekt inwisselbaar en geweldig boeiend kan je zijn podium act nu ook niet echt noemen. Maar blijkbaar slaat het toch aan, want de zaal is zeer goed gevuld. Laten we dit feelgoodmuziek noemen, maar het mist scherpte en mag best wat bijtender. (MP)

Op de Tarantula stage barst ondertussen het Franse Banane Metalik los, en in maatpak gestoken gezelschap met een opvallende clown als zanger. Het bijt, krabt, krijst, slaat en schreeuwt en het slaat aan. Zelfs noemen ze het rock ’n gore, je zou het evengoed de beschrijving psychobilly kunnen gebruiken. Een soort van kruising tussen metal, punk en rockabilly geluiden dus, ondersteund door een indrukwekkende podium presence. Alleen jammer dat ik na 10 minuten weg moet voor de hoofdact van vanavond. (MP)

Dat die hoofd act Turbonegro heet is de hele dag al duidelijk. Zowat de helft van de aanwezigen loopt rond in een jeans jasje met daarop ‘Turbo Jugend’ geborduurd, samen met het logo en de plaats van herkomst. Het lijkt wel een soort van sekte. Wanneer de Noorse band op het podium verschijnt staan ze dan ook allemaal verlangend voor die Cobra stage. Ik heb de groep nooit eerder live gezien dus ik verwacht er wel wat van eerlijk gezegd.

Dat is na zo’n twee nummers al helemaal over. De heren zien er uit als een mislukte versie van Village People, maar wat erger is, ze gedragen zich ook zo. Vooral dan zanger The Duke of Nothing (echte naam Tony Sylvester). In een kortgeknipt jeans shortje en iets te kort shirtje wandelt hij als een gay konijn over het podium. Sinds 2010 vervangt hij de oorspronkelijke zanger Hans Erik Dyvik Husby en die laatste was stukken beter. Nuja, oorspronkelijk, die was zelf al de derde vocalist. Feit is, de groep drijft op poepsimpele, Amerikaans aandoende dreuntjes die ze zelf ‘deathpunk’ noemen, maar die vooral uitblinken in kopietjes zijn van het vorige nummer. Nu zal elke Turbonegro-fan mij tegenspreken, maar dit boeit voor geen meter en komt vooral zeer goedkoop en redelijk belachelijk over. Er waren misschien tijden dat een nummer als I Got Erection’ stof deed opwaaien, maar deze live uitvoering is vooral heel erg slecht en compleet belachelijk. Over dat gezwaai met die vlag zwijg ik wijselijk. Maar zoals gezegd, dat is mijn mening en het feit dat de zaal goed meegaat met de band bewijst waarschijnlijk mijn ongelijk. Al valt het wel op dat met die massa Turbo Jugend-fans de zaal toch maar half gevuld is. Er zijn er dus meer die het hier voor gezien houden. (MP)

Na dit optreden zat het festival voor ons er op. Het was reeds na één uur en de rit huiswaarts was nog lang. Dat Helldorado goed op weg is om een gevestigde festivalnaam te worden staat buiten kijf. Goede locatie, schitterend aangeklede zalen, puike organisatie en vooràl veel goede bands. Wat wil een mens nog meer? Volgend jaar weer een editie van Helldorado natuurlijk!

Foto’s:

Datum en locatie:

17 november 2018, Klokgebouw, Eindhoven

Link:

Helldorado