Dying Fetus, Psycroptic, Beyond Creation en Disentomb in JC De Klinker

Bloedende aangezichten, blauwe plekken, losgerukte haarextensions…’s werelds brutaalste deathmetalband passeerde door JC De Klinker en dat hebben we geweten. Hetgeen ze in hun zog meesleurden mocht er ook zijn, we zijn al voor minder in de auto gesprongen. Alleen confronteer je jezelf dan met één van de meest absurde verschijnselen van de moderne tijd: de files.

Ga het maar na: er zijn twee manieren om in Aarschot te geraken. Via Antwerpen of via Brussel. Twee notoire filehotspots. ‘Laten we eens iets slims proberen’, dachten we bij onszelf, ‘als alle auto’s daar staan, kunnen we via Willebroek en Mechelen tussen beide steden door doorglippen, toch?’ Een ruim uurtje viapunten instellen later zat dat plan in kannen en kruiken. Maar het was te mooi om waar te zijn. Zelfs op de best verstopte binnenwegen verkiest de Belg het gaspedaal niet in te drukken.

Nadat we onze barstensvolle blaas uitgewrongen hadden tegen de eerste parkingstruik die we tegenkwamen, waren we net op tijd voor de eerste Aussies van de dag. Een groepsnaam die het kerkhofbezoek op Allerheiligen een geheel andere wending geeft. Over Disentomb vingen we veel positivisme op en dat moeten we na vandaag toch temperen. Apart was wel hun hoge, beitelende bassound, die de slamverzinkingen een soort plexiglazen omhulsel meegaf. Daartegenover stond een gitaar die aan volumetekort leed, in beide betekenissen van het woord. Ze kon geen vuist maken binnen de kortstondige oprispingen die een kleerkast van een drummer daarvoor vrijhakselde.  Op de monotone growler, die het met drievingerig handgebaar bracht, na stonden de snarentrekkers met beide voeten op hun plaats gemetseld, alleen het bovenlichaam bewoog. Er zat gewoon te weinig ruimte tussen de bruuske opwellingen van snelle prikkeldraadwikkels, puntige slams en omgekeerde matenwissels, het enige dat hier uitgegraven werd is het cliché van de hak en de tak.

Piano spelen op een piano is passé. Bij Beyond Creation spelen ze piano op hun gitaarnekken. Met drie tegelijk stonden ze met beide handen hun onthoofde snaarhalzen in te oliën. Het resultaat was een triade van zacht harmonieus gegons, geprikkel en gejammer op poliritmische cadans. En wat lieten ze die zachte warboel er makkelijk uitzien, de lachende Canadezen. Zelfs op de rumoerige drumvlagen, masseerden ze relaxerende  notenkringen uit hun achtsnarige strijkplanken. Sloegen ze dan toch een keertje een barré aan, maakte de veel te zachte mix het achtsnarige beest monddood… Net dat was jammer, want dat deed heel die opbouwende fluweelspinnerij teniet. Uniek was het natuurlijk wel en het werkte beter live dan vooraf gedacht, maar het was zo jammer dat die heerlijke brulsound van een achtste snaar er niet doorkwam. Zeker omdat de sporadische tussenkomsten van gegiste grunts en snauwende screams van die passages echte vulkaanuitbarstingen hadden gemaakt.

Als we het hebben over Tasmaanse techniciteit dan weet je al op welke Aussies dat slaat. Al voelden wij ons vooral als een Hollywoodactrice in een Weinsteinfilm. Of er een bordje ‘Toog enkel bereikbaar na intiem contact met deze erogene zone’ boven onze kroonjuwelen hing, of dat het aan ons natuurlijke charisma lag, we weten het niet. Feit is dat heel het optreden lang veel mensen de drang voelden zich tegen onze genitaliën te komen schurken. Elke toegankelijke plek was nochtans perfect bereikbaar zonder iemand te moeten onteren. Zeer vervelend, het bemoeilijkte alleszins het vormen van een indruk over de gekartelde riffmessen met lange lemmeten van Psycroptic. De laatste vier keer zagen we ze telkens met een andere zanger en deze keer kreeg een blonde surfer de microfoon toegestopt. Hij deed dat met veel meer metalattitude in de desemrijke screams en hoog gekruide grunts dan de metalcore- en Origin-zangers die hem voorgingen. De gitaar van Joe (in Metallica-shirt godbetert) stond loepzuiver, waardoor zijn sikkelscherpe loopjes en woeste grooves als ketens in elkaar klikten. ’s Mans uitdrukkingsloze broer mende de beestenvellen als waren het achtpotige kangoeroes, die zowel in blastgallop als dubbelebasdraf keurig in het gelid sprongen.

John heeft iets gedaan dat we hem nog nooit zien doen hebben: op een gegeven moment zette hij twee, als het er geen drie waren, stappen richting het midden van het podium en bracht daarbij het gezicht lichtjes uit de uitgestreken plooi. Daarmee ontkrachtte hij alle geruchten dat er een tijdbom zou afgaan, wanneer hij zich op minder dan een meter van zijn statief zou begeven. John deed dat toen Grotesque Impalement vroeg in de set de funderingen van JC De Klinker aan de gort aan het riffen was en de pit pas echt gewelddadig werd.

Wenkbrauwen kloven, obese crowdsurfers deden hun dragers kreunen en een blonde dame speelde zelfs haar extensions kwijt (rot schrokken we ons toen we daar in trapten). Foutloos als altijd bleven de explosieve vermorzelgrooves en knallende slamafstraffingen maar komen, zelfs al putte Dying Fetus vooral uit recenter en onbekender buskruit. Het geluid was verwoestend, de loopjes netelden als kwallengif en de buldergrowls van John en de screams van vermagerde Sean knisperden als schedels in een bakoven. Kortom: een triomf.

Datum en locatie:

8 november 2017, JC De Klinker, Aarschot

Links: