Doomstad #4 (o.a. Wiegedood en Wrekmeister Harmonies) in EKKO

Het leven is zinloos en we gaan toch allemaal dood. Dat zou zomaar het gedeelde motto kunnen zijn van de bands die acte de présence gaven op de vierde editie van Doomstad, de noemer waarmee in het Utrechtse EKKO regelmatig bands van de zwartste soort optredens geven. Een mini-festival zo u wilt, met drie bands op een koude donderdagavond in mei.

Mét een primeur, want Verval maakt vandaag het live-debuut in het kleine, maar fijne en bijzonder goed gevulde EKKO. Het voormalige White Oak-duo duo R. Schmidt (vocalen, gitaar, bas, cello) en W. Damiaen (vocalen, drums, ook bekend van Laster) heeft live de versterking van twee muzikanten ingeroepen. Allen hebben een hoodie over het hoofd en zware kleding aan, zodat we slechts schimmen zien. Corpsepaint is zó 1996, truien met een capuchon zijn zoveel makkelijker.

Muzikaal is het helemaal 2018 wat Verval brengt: een woeste schreeuwgrunt over snoeiharde, kraakheldere black metal, waarin de nodige ruimte is voor melancholisch aandoende terugvallen. De publieksinteractie is minimaal, de teksten van een hoog niveau. Én in het Nederlands (‘Van chaos tot orde, steeds weer uit as herrezen/Van orde tot chaos, voor eeuwig niets in wezen’), altijd leuk. Verval past helemaal bij de enorme boost aan Utrechtse en Tilburgse post-black/doom/death-bands die ons de laatste jaren overspoeld en kwalitatief van een hoogstaand niveau is. Zo ook deze band, waar zelfs ruimte is voor meer jazzy-uitstapjes tussen de zwaar hypnotiserende beukstukken door. Helemaal soepel loopt het op het podium niet altijd, maar voor een eerste keer is dit heel fijn. Een band om goed in de gaten te houden dus.

Na de kiezelharde waanzin van Verval, is het tijd voor de kalme en koele waanzin van Wrekmeister Harmonies. Ofwel: J.R. Robinson (vocalen, gitaar en elektronica) en Esther Shaw (viool, keyboard), aangevuld met een drummer. Tijd voor een zangerige stem over uiterst kalme sprookjesachtige doom, af en toe aangevuld met de keelklanken van Shaw. Jammer dat de Amerikanen met hetzelfde euvel kampen als de Utrechters voor hen: de te prominent aanwezige drums. Dat is doorgaans al hinderlijk bij krachtige, luide muziek maar bij een band die het van subtiliteit moet hebben, kan het tot waanzin drijven.

Dan maar op wat anders concentreren en dat is hoe Wrekmeister Harmonies het adembenemende nieuwe album The Alone Rush integraal speelt. Descent into Blindness, met het bombastische aanzwellende einde van het nummer maakt indruk, evenals Behold! The Final Scream, waarbij Shaw inderdaad gecontroleerd weet te schreeuwen tussen het bespelen van viool en toetsenbord door. Het hoogtepunt is echter het bijna een kwartier tellende Forgive Yourself and Let Go, waarbij we door Robinson eerst gewaarschuwd worden voor het lastige intro. Maar de belletjes, de viool, het gitaarspel, de steeds luider klinkende drums, de geluidseffecten… het is geweldig. Alsof we minuten en minuten tegen een geluidsexplosie aanzitten die maar niet komt. Wrekmeister Harmonies speelt, nee, martelt het publiek moet dit nummer. Het zwelt aan en het zwelt aan, het is repetitief en hypnotiserend, het is heerlijke muzikale gekte. Doordat de climax uitblijft is het bijna sadistisch, maar  juist de reis is altijd vele malen interessanter dan de bestemming. Ook op muzikaal gebied.

Forgive Yourself and Let Go wordt zó mooi gebracht dat de trance vanzelf komt. Ook op het podium, waar Robinson niet meer te houden is en woest de zaal inschreeuwt, buiten bereik van de microfoon. Speel dit nummer iedere zondag in de kerk en de leegloop van gebedshuizen wordt direct een halt toegeroepen, zo intens komt het over en sleurt het je mee terwijl je met beide benen op de Utrechtse grond blijft staan. Het levert de band een uitermate luid applaus op.

Wiegedood komt ook al met een nieuwe plaat naar Utrecht. De Vlaamse meesters van de furieuze blackmetal afgewisseld met even kalme als sfeervolle intermezzo’s, hebben met De Doden Hebben het Goed III dan misschien een album van iets mindere kwaliteit afgeleverd (al denkt collega Wouter daar anders over), binnen de krankzinnig hoge standaarden van Wiegedood is het nog steeds een topper. En live is Wiegedood simpelweg fenomenaal. De voorstuwende riffs van Gilles Demolder, de krijsende grunt van Levy Seynaeve en het razendsnelle getrommel van Wim Coppers: het is niet minder dan puur genot.

Wiegedood speelt vanavond EKKO aan gort. Alsof de Duivel zelve de band op de hielen zit, speelt het trio vol passie en furie. Het is ongelooflijk wat voor geluid drie man voortbrengen en het pand daarna nog doodleuk overeind laten staan. Het is knal- en knalhard, maar evenzogoed knal- en knalstrak. Er staat geen maat op deze band, die een fraaie doorsnede van de eerste drie albums brengt. Het is ademloos kijk en genieten naar een band die alles geeft. Ter illustratie: Seynaeve moet na een uurtje speeltijd eerst op adem komen op het trapje dat toegang geeft tot het podium, Demolder blijkt na afloop op krukken te lopen waar daar op het podium niets van te merken was. Geen idee waar deze mannen de kost mee verdienen, maar als je het iemand gunt om te leven van de muziek, dan is het Wiegedood wel.

Links: